European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1246

8.5.2024

BESLUIT (EU) 2024/1246 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 24 april 2024

over de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) en tot wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO wat betreft de uitbreiding van het geografische toepassingsgebied van de werkzaamheden van de EBWO tot Sub-Saharaans Afrika en Irak, en de opheffing van de statutaire kapitaalbeperking ten aanzien van gewone werkzaamheden

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 4, lid 3, van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (2) (“Overeenkomst tot oprichting van de EBWO”) heeft de Raad van Gouverneurs van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) in zijn Resolutie nr. 265 van 15 december 2023 (“Resolutie nr. 265”) besloten het maatschappelijk kapitaal van de EBWO met 4 000 000 000 EUR te verhogen teneinde voldoende kapitaal aan te houden zodat de bank in de landen waar zij werkzaam is, op middellange termijn binnen de statutaire grenzen een redelijk niveau van activiteit kan blijven uitoefenen.

(2)

Vóór die kapitaalverhoging bezit de Unie 90 044 aandelen, elk met een pari-waarde van 10 000 EUR.

(3)

Op grond van Resolutie nr. 265 wordt het maatschappelijk kapitaal van de EBWO verhoogd met 400 000 volgestorte aandelen en kunnen EBWO-leden op of vóór 30 juni 2025, of op een niet later dan 31 december 2025 vallende datum zoals de Raad van Bewind van de EBWO op of vóór 30 juni 2025 kan vaststellen, inschrijven op een aantal volledige aandelen, naar rato van hun bestaande deelneming. De kapitaalverhoging moet worden betaald in vijf gelijke tranches, waarvan de eerste door elk lid te storten op de laatste van de volgende data: i) 30 april 2025, of ii) 60 dagen nadat haar akte van inschrijving van kracht is geworden. De resterende vier tranches worden uiterlijk op 30 april 2026, 30 april 2027, 30 april 2028 en 30 april 2029 betaald. Dienovereenkomstig zal de Unie kunnen inschrijven op 12 102 nieuwe aandelen met elk een pari-waarde van 10 000 EUR voor een totaal van 121 020 000 EUR, waarmee derhalve het aantal volgestorte aandelen van de Unie wordt verhoogd tot 102 146.

(4)

De kapitaalverhoging is noodzakelijk om de EBWO in staat te stellen haar activiteiten en investeringen in Oekraïne tijdens de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, en met name tijdens de komende periode na de oorlog, voort te zetten ter ondersteuning van de wederopbouw van Oekraïne. Bij de ondersteuning van die activiteiten en investeringen zorgt de kapitaalverhoging er ook voor dat die ondersteuning geen afbreuk doet aan het vermogen van de EBWO om in behoeften te voorzien in andere landen waar zij werkzaam is. Bovendien strookt de kapitaalverhoging met het vereiste van artikel 13, punt v), van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO dat de Bank een verantwoorde spreiding in al haar investeringen tracht te handhaven. Bijgevolg zou een verhoging van het gestort kapitaal een financieel sterke EBWO schragen, die in staat is haar mandaat uit te oefenen en te voldoen aan de doelstellingen van de aandeelhouders in alle landen waar zij werkzaam is.

(5)

Het is aangewezen dat de Unie op die nieuwe aandelen inschrijft om de doelstellingen van de Unie op het gebied van economische externe betrekkingen te verwezenlijken en haar huidige stemgewicht binnen de EBWO te handhaven.

(6)

In zijn Resolutie nr. 259 van 18 mei 2023 (“Resolutie nr. 259”) heeft de Raad van Gouverneurs van de EBWO ingestemd met de noodzakelijke wijzigingen van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO, om de EBWO de mogelijkheid te geven de geografische reikwijdte van haar werkzaamheden in beperkte mate en stapsgewijs uit te breiden tot Sub-Saharaans Afrika en Irak, met behoud van haar volledige engagement ten aanzien van Oekraïne en de bestaande landen waar zij werkzaam is. In die resolutie is bevestigd dat de uitbreiding van het mandaat van de EBWO moet worden verwezenlijkt zonder dat van haar aandeelhouders aanvullende kapitaalinbreng vereist is.

(7)

De geografische reikwijdte van de EBWO-werkzaamheden moet in beperkte mate en stapsgewijs worden uitgebreid tot Sub-Saharaans Afrika en Irak en moet volledig in overeenstemming zijn met de waarden van de EBWO voor het ondersteunen van landen die gehecht zijn aan en toepassing geven aan de beginselen van meerpartijendemocratie, de rechtsstaat, eerbiediging van de mensenrechten, pluralisme en markteconomie. De EBWO heeft een gefaseerde aanpak ontwikkeld om haar activiteiten in de betrokken regio’s te starten, waarbij rekening zal worden gehouden met de specifieke regionale en nationale kenmerken. De eerste investeringen in Sub-Saharaans Afrika zullen naar verwachting vanaf 2025 plaatsvinden in Benin, Ghana, Ivoorkust, Kenia, Nigeria en Senegal, onder voorbehoud van hun aanvraag en goedkeuring als ontvangende landen van de EBWO. Rekening houdend met de focus van de EBWO op de ontwikkeling van de particuliere sector en haar transitiemandaat, is de toegevoegde waarde die de EBWO in Sub-Saharaans Afrika en Irak kan bieden, aanzienlijk en van geostrategisch belang voor de Unie.

(8)

De vertegenwoordigers van de Unie in de bestuursorganen van de EBWO moeten de bank aanmoedigen haar nauwe betrokkenheid bij de Unie en haar samenwerking met het maatschappelijk middenveld voort te zetten, alsook haar nauwe medewerking met andere Europese en internationale openbare financieringsinstellingen verder te ontwikkelen, teneinde hun comparatieve voordelen ten volle te benutten bij de uitbreiding van haar werkzaamheden tot Sub-Saharaans Afrika en Irak.

(9)

Overeenkomstig de bestaande praktijk moet de EBWO, voordat zij een nieuw land waar zij werkzaam zal zijn, goedkeurt, een gedetailleerde technische beoordeling van de economische en politieke omstandigheden in het betrokken land maken, met inbegrip van: een beoordeling van de gehechtheid van dat land aan de beginselen van meerpartijendemocratie, pluralisme en markteconomie, zoals verankerd in artikel 1 van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO, een beoordeling van de lacunes in de transitie, en een evaluatie van de activiteiten van andere internationale financieringsinstellingen in dat land en de prioriteiten waarvoor de EBWO het best gebruik kan maken van haar unieke kennis en vaardigheden. Een dergelijke beoordeling moet worden uitgevoerd voor elk nieuw land dat het lidmaatschap van de EBWO en de status van land van werkzaamheid aanvraagt, op voorwaarde dat de Raad van Gouverneurs van de EBWO vervolgens zijn goedkeuring daaraan hecht.

(10)

Momenteel wordt in artikel 12, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO het totale bedrag van de uitstaande leningen, beleggingen in aandelen en garanties die door de EBWO in het kader van haar normale werkzaamheden zijn gedaan, beperkt tot het totale bedrag van haar onaangetaste geplaatste kapitaal, en de reserves en overschotten die in haar gewone kapitaalmiddelen zijn begrepen. In zijn Resolutie nr. 260 van 18 mei 2023 (“Resolutie nr. 260”) heeft de Raad van Gouverneurs van de EBWO de essentiële rol erkend die de EBWO speelt om dringende mondiale uitdagingen aan te pakken en gevolg te geven aan de aanbevelingen van de onafhankelijke G20-evaluatie uit 2022 van de kaders voor kapitaaltoereikendheid van multilaterale ontwikkelingsbanken. De Raad van Gouverneurs van de EWBO besloot dat, teneinde een optimaal gebruik van de kapitaalcapaciteit van de EBWO mogelijk te maken met het oog op een maximale potentiële impact in de ontvangende landen, een wijziging van artikel 12, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO om de statutaire kapitaalbeperking op te heffen, nodig was.

(11)

Op grond van artikel 56 van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO heeft de Raad van Gouverneurs van de EBWO alle leden gevraagd of zij de voorgestelde wijzigingen aanvaarden.

(12)

De kapitaalverhoging en de wijzigingen van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO moeten derhalve namens de Unie worden goedgekeurd,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Unie schrijft in op 12 102 nieuwe aandelen van elk 10 000 EUR in de EBWO op grond van Resolutie nr. 265 op of vóór 30 juni 2025, of op een niet later dan 31 december 2025 vallende datum zoals de Raad van Bewind van de EBWO op of vóór 30 juni 2025 kan vaststellen.

De inschrijving wordt betaald in vijf gelijke tranches, waarvan de eerste wordt gestort op de laatste van de volgende data:

a)

30 april 2025, of

b)

60 dagen nadat de akte van inschrijving van de Unie van kracht is geworden.

De resterende vier tranches worden uiterlijk op 30 april 2026, 30 april 2027, 30 april 2028 en 30 april 2029 betaald.

Artikel 2

De gouverneur bij de EBWO die de Unie vertegenwoordigt, verricht namens de Unie de neerlegging van de vereiste akte van inschrijving.

Artikel 3

De wijzigingen van artikel 1 van de Overeenkomst tot oprichting van de EBWO om de beperkte en stapsgewijze uitbreiding van de geografische reikwijdte van haar werkzaamheden tot Sub-Saharaans Afrika en Irak mogelijk te maken, zoals uiteengezet in Resolutie nr. 259, en de wijzingen van artikel 12, lid 1, van die Overeenkomst om de statutaire kapitaalbeperking op te heffen, zoals uiteengezet in Resolutie nr. 260, worden namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de Resoluties nr. 259 en nr. 260 is aan dit besluit gehecht.

Artikel 4

De gouverneur van de EBWO die de Unie vertegenwoordigt, doet namens de Unie de verklaring van aanvaarding van de in artikel 3 bedoelde wijzigingen aan de EBWO toekomen.

Artikel 5

Als onderdeel van het jaarverslag aan het Europees Parlement brengt de gouverneur van de EBWO die de Unie vertegenwoordigt, eveneens verslag uit over de werkzaamheden en verrichtingen van de EBWO in Sub-Saharaans Afrika en Irak.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 24 april 2024.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

M. MICHEL


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 14 maart 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 12 april 2024.

(2)   PB L 372 van 31.12.1990, blz. 4.


VERTALING

RESOLUTIE Nr. 259

WIJZIGING VAN ARTIKEL 1 VAN DE OVEREENKOMST TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE BANK VOOR WEDEROPBOUW EN ONTWIKKELING OM EEN BEPERKTE EN STAPSGEWIJZE UITBREIDING VAN DE GEOGRAFISCHE REIKWIJDTE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE BANK TOT SUB-SAHARAANS AFRIKA EN IRAK MOGELIJK TE MAKEN

DE RAAD VAN GOUVERNEURS,

herinnert aan Resolutie nr. 248, waarin de Raad van Gouverneurs, in beginsel, goedkeuring verleende aan een beperkte en stapsgewijze uitbreiding van de geografische reikwijdte van de werkzaamheden van de Bank tot Sub-Saharaans Afrika en Irak;

onderstreept het belang van Sub-Saharaans Afrika en Irak bij het verwezenlijken van de geopolitieke en ontwikkelingsprioriteiten van de internationale gemeenschap, de groeiende banden tussen vele landen in Sub-Saharaans Afrika en Irak en de landen waar de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling momenteel werkzaam is, en de relevantie en toepasselijkheid van het mandaat, het bedrijfsmodel, de focus op de private sector en de competenties van de Bank in Sub-Saharaans Afrika en Irak;

benadrukt dat de urgentste prioriteit van de Bank blijft Oekraïne en andere door de oorlog tegen Oekraïne getroffen landen waar de Bank werkzaam is te ondersteunen;

erkent dat de oorlog tegen Oekraïne het parallelle belang om de aandeelhoudersdoelstellingen in Sub-Saharaans Afrika en Irak te blijven verwezenlijken heeft vergroot;

wijst erop dat iedere mogelijke beperkte en stapsgewijze uitbreiding naar nieuwe landen waar de Bank werkzaam is geen afbreuk mag doen aan het vermogen van de Bank om de landen waar zij momenteel werkzaam is te ondersteunen, de AAA-rating van de Bank niet in gevaar mag brengen, niet mag leiden tot een verzoek om aanvullende kapitaalinbreng en geen afbreuk mag doen aan het mandaat van de Bank om de transitie te ondersteunen of het naleven van de operationele beginselen van additionaliteit en gezond bankieren;

benadrukt het belang van complementariteit en samenwerking tussen ontwikkelingspartners die reeds werkzaam zijn in Sub-Saharaans Afrika en Irak, en

houdt rekening met het verslag van de Raad van Bewind aan de Raad van Gouverneurs over de wijziging van artikel 1 van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling om een beperkte en stapsgewijze uitbreiding van de geografische reikwijdte van de werkzaamheden van de Bank tot Sub-Saharaans Afrika en Irak mogelijk te maken en stemt in met de conclusies daarvan, waaronder:

i)

dat de analyse van de kapitaal- en financiële implicaties opnieuw bevestigt dat een beperkte en stapsgewijze uitbreiding tot Sub-Saharaans Afrika en Irak op zichzelf geen afbreuk zal doen aan het vermogen van de Bank om de landen waar zij momenteel werkzaam is te ondersteunen, de AAA-rating van de Bank niet in gevaar zal brengen en niet zal leiden tot een verzoek om aanvullende kapitaalinbreng;

ii)

dat een dergelijke beperkte en stapsgewijze uitbreiding van de geografische reikwijdte van de werkzaamheden van de Bank tot Sub-Saharaans Afrika en Irak mogelijk moet worden gemaakt door middel van een wijziging van artikel 1 van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling (hierna “de Overeenkomst” genoemd), en

iii)

dat de uitbreiding zodanig moet worden uitgevoerd dat dit niet ten koste gaat van de focus van de Bank op het ondersteunen van Oekraïne en andere door de oorlog tegen Oekraïne getroffen landen waar de Bank werkzaam is,

EN HEEFT DAAROM DE VOLGENDE RESOLUTIE AANGENOMEN:

1.

Lid 1 van de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

“De Bank heeft met haar bijdrage aan de economische vooruitgang en de wederopbouw ten doel de overgang naar een open markteconomie te bevorderen en het particuliere initiatief en de ondernemingsgeest aan te moedigen in de Centraal- en Oost-Europese landen die de beginselen van een democratie met een meerpartijenstelsel, pluralisme en een markteconomie aanhangen en toepassen. Met inachtneming van dezelfde voorwaarden kan het doel van de Bank ook worden verwezenlijkt in i) Mongolië; ii) lidstaten van het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied; en iii) een beperkt aantal lidstaten in Sub-Saharaans Afrika; in elk geval als bedoeld in de punten ii) en iii), zoals bepaald door een meerderheid van ten minste twee derde van de gouverneurs die ten minste drie vierde van het totale aantal stemmen van de leden vertegenwoordigen. Elke verwijzing in deze overeenkomst en de bijlagen daarbij naar “Centraal- en Oost-Europese landen”, “landen in Centraal- en Oost-Europa”, “ontvangend land (of ontvangende landen)” of “ontvangende lidstaat (of ontvangende lidstaten)” heeft derhalve ook betrekking op Mongolië en op elk van de landen van het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied en Sub-Saharaans Afrika.”.

a)

Onder het begrip “Sub-Saharaans Afrika” als vervat in artikel 1 van de Overeenkomst wordt de regio ten zuiden van de Sahara verstaan zoals omschreven door de Wereldbankgroep.

b)

De beperking van het aantal lidstaten van Sub-Saharaans Afrika waarin de Bank haar doel kan verwezenlijken als vervat in artikel 1 van de Overeenkomst, wordt zodanig begrepen dat een beperkte en stapsgewijze uitbreiding van de geografische reikwijdte van de werkzaamheden van de Bank mogelijk is, in overeenstemming met de maatregelen en mechanismen van de Bank als uiteengezet in het verslag van de Raad van Bewind over de wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling om een beperkte en stapsgewijze uitbreiding van de geografische reikwijdte van de werkzaamheden van de Bank tot Sub-Saharaans Afrika en Irak mogelijk te maken. In die context moet elke verdere stapsgewijze uitbreiding door middel van een stemming worden bevestigd door ten minste drie vierde van de Gouverneurs die ten minste vier vijfde van het totale aantal stemmen van de leden vertegenwoordigen.

c)

Voor de toepassing van de Overeenkomst wordt Irak toegevoegd aan het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied, en dienovereenkomstig wordt onder het begrip “zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied” als vervat in artikel 1 van de Overeenkomst de regio verstaan die bestaat uit de landen die een kustlijn aan de Middellandse Zee hebben, alsook Jordanië en Irak, die sterk in die regio zijn geïntegreerd.

2.

De leden van de Bank wordt gevraagd of zij de bedoelde wijziging aanvaarden door a) bij de Bank een akte neer te leggen waarin vermeld wordt dat het lid de bedoelde wijziging in overeenstemming met zijn recht heeft aanvaard, en b) materieel en formeel ten genoegen van de Bank aan te tonen dat de wijziging is aanvaard en dat de akte van aanvaarding is neergelegd in overeenstemming met het recht van dat lid.

3.

De bedoelde wijziging treedt in werking drie maanden na de datum waarop de Bank haar leden officieel heeft bevestigd dat aan de vereisten voor aanvaarding van de bedoelde wijziging, zoals voorzien in artikel 56 van de Overeenkomst, is voldaan.

(Aangenomen op 18 mei 2023)


RESOLUTIE Nr. 260

WIJZIGING VAN ARTIKEL 12, LID 1, VAN DE OVEREENKOMST TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE BANK VOOR WEDEROPBOUW EN ONTWIKKELING OM DE STATUTAIRE KAPITAALBEPERKING TEN AANZIEN VAN GEWONE WERKZAAMHEDEN TE SCHRAPPEN

DE RAAD VAN GOUVERNEURS,

erkent de essentiële rol van multilaterale ontwikkelingsbanken (Multilateral Development Banks — MDB’s) bij het aanpakken van diverse dringende mondiale uitdagingen;

neemt kennis van de significante veranderingen in de praktijken voor kapitaalbeheer in de financiële sector sinds de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling (hierna “de Overeenkomst” genoemd) op 28 maart 1991 in werking is getreden;

spreekt de wens uit optimaal gebruik mogelijk te maken van de kapitaalcapaciteit van de Bank om de Bank te ondersteunen bij het verwezenlijken van de maximale potentiële impact in haar ontvangende landen;

is ingenomen met de brede aanbevelingen van de onafhankelijke evaluatie van kaders voor kapitaaltoereikendheid van de G20 en de zorgvuldige overweging die de Bank daaraan heeft gegeven, met name de aanbeveling om de aanpak van MDB’s voor het beheer van kapitaaltoereikendheid te moderniseren door specifieke hefboomlimieten van MDB-statuten over te hevelen naar kaders voor kapitaaltoereikendheid van MDB’s, op gecoördineerde wijze tussen MDB’s;

houdt rekening met en stemt in met het verslag van de Raad van Bewind over de wijziging van artikel 12, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling om de statutaire kapitaalbeperking ten aanzien van gewone werkzaamheden te schrappen, en diens aanbeveling om een wijziging van artikel 12, lid 1, van de Overeenkomst goed te keuren om de statutaire kapitaalbeperking ten aanzien van gewone werkzaamheden te schrappen, en

legt als voorwaarde vast dat de Raad van Bewind binnen het kader voor kapitaaltoereikendheid van de Bank een passende nominale hefboomlimiet voor werkzaamheden handhaaft, in overeenstemming met relevante kapitaalmaatstaven, als onderdeel van haar verantwoordelijkheid om de financiële duurzaamheid van de Bank te beschermen en te zorgen dat die financieel solide blijft,

EN HEEFT DAAROM DE VOLGENDE RESOLUTIE AANGENOMEN:

1.

Artikel 12, lid 1, van de Overeenkomst wordt gewijzigd door de bestaande tekst te schrappen en de volgende nieuwe tekst in te voegen:

“1.

De Raad van Bewind stelt passende limieten vast en handhaaft die met betrekking tot de maatstaven voor kapitaaltoereikendheid, teneinde de financiële soliditeit en duurzaamheid van de Bank te beschermen.”.

2.

De leden van de Bank wordt gevraagd of zij de bedoelde wijziging aanvaarden door a) bij de Bank een akte neer te leggen waarin vermeld wordt dat het lid de bedoelde wijziging in overeenstemming met zijn recht heeft aanvaard, en b) materieel en formeel ten genoegen van de Bank aan te tonen dat de wijziging is aanvaard en dat de akte van aanvaarding is neergelegd in overeenstemming met het recht van dat lid.

3.

De bedoelde wijziging treedt in werking drie maanden na de datum waarop de Bank haar leden officieel heeft bevestigd dat aan de vereisten voor aanvaarding van de bedoelde wijziging, zoals voorzien in artikel 56 van de Overeenkomst, is voldaan.

(Aangenomen op 18 mei 2023)


ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1246/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)